Door op 30 april 2014

En dan is het zomaar, opeens voorbij

13,5 jaar mocht ik in Voorhout en Teylingen namens de Partij van de Arbeid raadslid zijn. Wat ik daarover in zijn algemeenheid te zeggen heb, heb ik in een open brief aan de raad uitgedrukt: klik hier om de brief te lezen. Voor de sociaaldemocratie is er in die tijd ook veel veranderd. Lokaal is het wel professioneler geworden. Van steunfractie bij de familie Vroman op de bank in het begin, tot aan het eind zelfs met evaluatie- en functioneringsgesprekken. Ik heb alles mogen doen: elke portefeuille gehad, in de coalitie en oppositie gezeten, collegecrisis meegemaakt, een herindeling op poten gezet en helaas ook binnen onze eigen club naast Yes!-momenten ook ‘Liever-niet’-momenten beleefd.

En toch altijd weer bijzondere teamleden: de drive van Renee Lucas om van alles qua welzijn in een opschietend Voorhout geregeld te krijgen, de verbazend slimme onderhandelingstechnieken van Albert Vink, de vragen van Jeroen Tomassen die mij altijd maar weer aan het nadenken zette, de loopjes met Elsbeth Koek naar de Beukenrode waarin we de avond nog eens doornamen.

Landelijk gezien toont deze periode het beeld van politiek er een van manisch-depressiviteit. Dat is jammer. Nog steeds geloof ik dat “ons” PvdA-bestaansrecht bestaat in de brug tussen wie minder heeft en wie meer. In de brug tussen wie kansen heeft benut en wie de kans nog moet krijgen. Maar waar ben je als partij van de verheffing, als er zo weinig verheffends gebeurt? Wat als ons eigen electoraat ofwel naar SP uitwijkt, ofwel naar D66? Wat is er dan mis? Grote vraag, maar laten we maar met kleine antwoorden beginnen. Op onze Teylinger vierkante meters het goede voorbeeld geven en de brug blijven slaan. Het stokje gaat wat mij betreft met liefde over aan Elsbeth, Joost van D. en Timon. Hart op de goede plek – links – en slim genoeg om de andere 22 raadsleden te laten zien dat voorspoed nog zoveel groter wordt als je (het) met elkaar deelt.