Door op 10 juli 2013

De prijs van meedoen

Het huidige kabinet is deze maand 250 dagen oud. Tijd voor een eerste balans. Het minst belangrijke onderwerp zijn wat mij betreft de peilingen, maar ze laten voor de PvdA een treurig beeld zien.

Wel belangrijk is dat mensen die de sociaaldemocratie werkelijk zijn toegedaan de partij verlaten. Ik vind de uittocht zorgelijk. Je kunt op Jan Pronk best iets aan te merken hebben, maar dat iemand met zijn staat van dienst vertrekt is niet goed. De eerste reactie van de Jonge Socialisten, die neerkwam op “eindelijk opgerot”, schept een sfeer die de mijne niet is.

Binnen de afdeling Teylingen is het opzeggen door Hannie Tijdeman – toch ook een leven lang lid geweest – van een vergelijkbare orde. Bij haar is het strafbaar stellen van illegaliteit de bekende druppel geweest. Eerder heeft een al even betrokken Vincent Snijders ons verlaten, omdat hij het uitkleden van het ontwikkelingswerk niet voor zijn rekening wil nemen. Aat van Kapel, een zeer betrokken mens, is gelukkig nog lid, maar lees zijn hartenkreet in de juli-nieuwsbrief.

Veel van wat uit de koker van het kabinet komt is moeilijk te verteren. Ontwikkelingssamenwerking krijgt niet alleen een enorme financiële knauw, het is wezenlijk de vraag of die zo toegesneden moet zijn op ons bedrijfsleven als Lilianne Ploumen vol overgave verdedigt. De onbarmhartige en vooral slecht onderbouwde kaalslag in de cultuursector, de eendimensionale plannen bij justitie, de wilde korting op de publieke omroep, de algehele nullijn wat betreft salarissen bij de overheid, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ja, er moet worden bezuinigd. Maar moet het zo opportunistisch, zo ondoordacht vaak, zo gevoelloos? In en rond het document Van Waarde is hartstochtelijk gepleit voor het in stand houden van kleine scholen, omdat ze belangrijk zijn. Toch verdwijnt de extra bijdrage voor kleine scholen. Heel misschien kan de fractie in de Tweede Kamer nog iets repareren.

Tegelijk is er weinig te vieren. Het Sociaal Akkoord, waarop Mariëtte Hamer zich op onze bijeenkomst nog zo trots toonde, kent een pensioenparagraaf die niet deugt, omdat er niet goed over is nagedacht. De modernisering van het arbeidsrecht komt niet uit de verf. De vakbeweging heeft iets binnengehaald wat zich slecht verdraagt met de nieuwe bezuinigingen. Er moet toch weer 6 miljard euro worden gevonden. Dat is een masochistisch ritueel. We moeten telkens extra korten omdat de vorige bezuinigingen zoveel schade toebrengen.

Zijn er andere dingen die ons als PvdA’ers blij maken? Het opereren van Teeven? Van Weekers?

Wat te denken van de drie decentralisaties? Inhoudelijk is er veel voor te zeggen om de uitvoering van beleid over te hevelen naar de gemeenten (en overigens doet ons raadslid Elsbeth Koek ontzettende veel goed werk op dit punt). Maar dan moet ook het beleid naar het lokale bestuur, en het is maar zeer de vraag of dat gebeurt. Terwijl er voor de uitvoering duidelijk te weinig geld meekomt. Dat moet wel mis gaan. De volgende parlementaire enquête dient zich aan, vrees ik.

Natuurlijk moet je soms verantwoordelijkheid nemen voor vervelende boodschappen. En als je in een coalitie bestuurt, is het geven en nemen. Toch vind ik dat we lessen moeten trekken uit de gang van zaken rond dit kabinet voor onze eigen rol tijdens de onderhandelingen voor een nieuw college van burgemeester en wethouders van Teylingen in 2014. Die lessen zijn:

  • Je moet heel goed weten wat je belangrijk vindt, en dat voor iedereen begrijpelijk formuleren en communiceren;
  • Je eigen achterban moet er in grote meerderheid achterstaan;
  • Je moet een substantieel deel daarvan terugzien in een coalitieakkoord en in de uitvoering daarvan.

Wat mij betreft gaat de PvdA Teylingen zo de gesprekken met andere partijen in. En als het niet loont, doen we niet mee. De prijs kan echt te hoog zijn.

Waar ben je naar op zoek?